Pauze
- Geschreven door Jan Anne Schoonhoven
Het schrijven van de wekelijkse column is gestagneerd omdat de regionale kranten, waar de verhalen in geplaatst werden, wegens faillissement nu niet verschijnen.
Het schrijven van de wekelijkse column is gestagneerd omdat de regionale kranten, waar de verhalen in geplaatst werden, wegens faillissement nu niet verschijnen.
Nu mijn moeder van 89 jaar door het verlies van haar korte termijn geheugen nooit meer iets nieuws kan leren, maar nog net vóór haar attackje leerde omgaan met haar smartphone, blijven behalve langsgaan en de post, ook de contacten op afstand goed intact. Bellen en appen.
Vraag haar niet hoe het koffiezetapparaat werkt. Ze weet het niet. Maar ze zet gewoon zelf koffie. Vraag haar niet hoe de magnetron werkt. Dat kan ze je niet uitleggen. Maar ze warmt er elke dag haar eten mee op. Als we vertrekken en ik meld haar dat ik een appje stuur als we weer thuis zijn, dan fluistert ze dat ik dat maar niet moet doen, omdat ze werkelijk niet zou weten hoe ze die moet openen. Thuisgekomen app ik haar zoals altijd. Ze weet niet meer dat we zijn geweest, maar het duurt hooguit tien seconden, voordat de vinkjes verblauwen en niet zo heel veel langer, voordat er een berichtje terugkomt. Kort. Helder. Duidelijk. En uiteraard zonder spelfouten. De smartphone werkt. Ze weet ook niet dat ze het wel weet, omdat ze dat vergeet. Maar als haar riedel gaat… heb je contact.
Haar zicht is minder geworden. Niet alleen de staar eist zijn tol, dat zou nog te verhelpen zijn. Maar ook haar netvliezen worden gammeler. Echter. Aan haar gehoor mankeert niets. Ze is altijd te goed horend geweest. Ook als dat niet je bedoeling was. Wanneer we als kinderen onderling wat te smoezen hebben, even apart in de keuken als moeder ergens ver weg is in de woonkamer… geeft ze zelf antwoord. Toen we kind waren, was dat goede gehoor al onhandig….
De reden dat ik enkele weken geleden over mijn moeder ben gaan schrijven, is dat het plotseling wat minder gaat met haar. Na een likdoornbehandeling viel de betreffende teen ten prooi aan een infectie. Het antibioticum deed zijn werk, maar ondanks of dankzij die medicatie sloeg daarna de zogenaamde wondroos toe. Eerst vielen de gaten in de huid van haar ene onderbeen. Daarna volgde al snel het andere been. De beschermende drukverbanden geven drukplekken, waardoor de defecten wel lijken te genezen maar tegelijkertijd ook dieper zijn geworden. Het lopen wordt daardoor beperkt.
Ze veranderde in korte tijd van een altijd in beweging zijnde vrouw, die nooit de rust vond om even te zitten, in een gedwongen ‘zitter’. En dat past niet bij haar. En omdat tijdens het lopen, met deze beschadigde benen, de stabiliteit te wensen overlaat, is ze al een paar keer gevallen. Het is een sterke vrouw, maar het wordt er zo niet beter op…
(Wordt ooit vervolgd…)
Jan Anne Schoonhoven, dierenarts
24-09-2019
Een attackje zette bij mijn moeder haar korte termijn geheugen enkele jaren geleden stil in de tijd, maar liet wat er al was ongemoeid. Een klein deel van het dagelijkse geheugen, gesetteld in een apart deel van onze hersenen, het deel dat instaat voor het onthouden van negatieve informatie, bleef bij mijn moeder behouden. Van oorsprong een ouder hersengebied, dat er voor moest zorgen dat we als mens wisten te overleven in tijden dat allerlei gevaren elke dag ons naar het leven stonden. Want van iets leuks ga je niet dood, van bedreigingen wel. Daarom herinneren we nog zo goed al die vervelende dingen die we meemaakten en veel minder het gezellige deel van ons bestaan…
Als iemand uit mijn moeders nabije omgeving weggaat op vakantie, moet dat vele malen worden herhaald en blijft dan nog nauwelijks hangen. Het moet daarbij ook dagelijks op schrift (agenda) leesbaar blijven, om het mee te blijven nemen in haar denken. Maar als iemand weggaat door overlijden, hoe bedreigend wil je het hebben, is dat in één moment duidelijk en dat blijft daarna steevast in haar geheugen gegrift. Het onder andere met verdriet, waarschuwingen en angst gevulde geheugen van vroeger, met steeds weer een beetje verdriet erbij…
Mijn moeder woont al die jaren (en nog steeds) thuis. Het zogenaamde ouderlijk huis, waar net niet mijn drie zussen maar ik wel geboren ben. De laatste 11 jaren, die na het overlijden van onze vader, in haar eentje. Ze was altijd al zeer zelfstandig, dus dat ging technisch gesproken prima. In de fase na haar attackje accepteert ze moeilijk de goed bedoelde en ook noodzakelijke helpende hand van haar kinderen en de driedagelijkse thuishulp. Niet de aanwezigheid hoor, die vindt ze reuze gezellig. Maar dat ze wordt geholpen vindt ze onzinnig. ‘Belachelijk’. Dat het één en ander niét gaat… vergeet ze. Over een ander woonplekje in de buurt, dus uit haar huis, valt niet te praten. Het idéé alleen. Met nog geen tien paarden… en eerlijk gezegd…. We respecteren haar wens.
Thuis blijft alles bij het oude. Dat moet ook echt zo! De plaats van de borden en de kopjes, de plaats van het brood en het beleg. Het koffiezetapparaat. De bediening van de verwarmingsthermostaat. De magnetron, hoewel we die door een volledig identiek exemplaar moesten vervangen, toen die met zijn eigen geheugen, hoe te werken, stopte. Ik ben dankbaar voor het feit dat ze nog net op tijd leerde omgaan met een smartphone, nadat eindelijk (met wat hulp), het oude kreng het begaf. Je koopt niet iets nieuws als het oude het nog doet… Mijn moeder. (Wordt vervolgd, eerdere delen: vchn.nl)
Jan Anne Schoonhoven
17 september 2019
Mijn moeder is van 1930 en als het april is geweest, loopt ze met het jaartal mee. Ze is dus 89. Ze leeft nog. Voor een deel... Na het overlijden van mijn vader stierf er ook in mijn moeder, na 54 jaar intensief samenzijn, een belangrijk deel. Het leven kreeg een akelig en afgedwongen nieuw ijkpunt en werd ondanks 4 kinderen, 4 partners daarvan en 10 kleinkinderen en veel vrienden en kennissen, duidelijk onaantrekkelijk. Ze was niet alleen. Ze voelde zich wel vaak eenzaam. Gehalveerd in haar zijn.
De jaren erna vochten boosheid en teleurstelling met haar harde verdriet. De acceptatie heeft ze nauwelijks gevonden. Toen haar ruim drieënhalf jaar geleden een misplaatst hersenattackje ten deel viel, verloor ze haar korte termijn geheugen en daarmee de mogelijkheid om nieuwe dagelijkse informatie op te slaan. Alles van voor die tijd bleef keurig op zijn plek. Opnieuw een veranderd ijkpunt in haar leven, waar ze zich dit keer niet van bewust was en tot op deze dag niet van bewust is. Haar geheugen mankeert nog niets, zegt ze. Omdat ze vergeet dat ze vergeet… Haar geheugen stopte met verdergaan, haar leven niet. Het ging voor haar verder alsof er niets was gebeurd… Voor haar.
De jaren daarna verwijderde de realiteit van haar herinneringen zich beetje bij beetje van het werkelijke bestaan. Alles wat in haar omgeving bij het oude bleef, bleef ook bij haar bij de tijd. Maar alles wat veranderde, stond bij haar stil en dat schepte scheurtjes. Het werden kloofjes. Uiteindelijk hiaten. Als zeer intelligente en altijd intuïtief reagerende vrouw, wist ze die lege stukjes eerst heel lang te verbloemen en later te overbruggen. Mijn moeder.
Mijn oudste zus en zwager zijn blijven wonen in het dorp van onze moeder. Mijn twee andere zussen zijn respectievelijk naar Breda en Hillegom verhuisd. Het leven van oudere kinderen verandert, als je ouders niet meer zelfstandig hun ding kunnen doen en niet goed meer voor zichzelf kunnen zorgen. Ook als de thuiszorg te hulp schiet. Je werk gaat wel gewoon verder, je eigen kinderen hebben hun besognes, waar je als ouders deel aan hebt en zo zal het dagelijkse leven wel zijn doorgang vinden. Wat er verandert is de reden en ook de intensiteit van de bezoekjes aan in dit geval mijn moeder. Er zijn meer taken die vervuld moeten worden. De gene die dichtbij woont, is vaker aan de beurt, de ander moet er weer verder voor reizen. En langzaam maar zeker ga je als kind ervaren dat je moedert over je eigen moeder. Aan de ene kant prima, aan de andere kant ook wel weer triest… De kinderen. (Wordt vervolgd, deel 1: vchn.nl)
Jan Anne Schoonhoven, dieerenarts
10 september 2019
De Spaanse lesjes die ik dagelijks maak, zijn drie jaar geleden begonnen met de simpelste woorden en zinnetjes. Net zoals ruim 50 jaar geleden de eerste Franse leesles voor kinderen in de hoogste klas van de basisschool begon met ‘Papa fume une pipe (papa rookt een pijp) et maman lit le courant (en mama leest de krant)’. Dat zou nu overigens niet meer kunnen… nog los van het feit dat roken uit den boze is geworden, is het roken ook niet meer specifiek een mannending in een gender neutrale maatschappij. Hoewel de pijp wel een vrouwelijk lidwoord heeft. Dat dan weer wel…
Zoals gezegd, het Spaans gaat rustig van start:‘Mi madre come una manzana.’ Mijn moeder eet een appel. Dat klinkt gezonder dan roken, hoewel in het Frans het lezen van de krant ook goed informerend en tevens voeding voor de ziel is. ‘El padre camina.’ De vader loopt… De mijne helaas niet meer. Geboren in november 1926, overleed hij in oktober 2008, ruim een maand voordat hij 83 zou worden. Dus zeg maar twee jaar boven het gemiddelde van toen, maar wat mijn moeder en ons betreft veel te vroeg.
Van zijn dertiende tot zijn vijftigste heeft mijn vader stevig gerookt. Nooit pijp. Alleen maar sigaretten. Veel sigaretten. Het hoorde erbij. Als je in zijn tijd niet rookte, mankeerde je iets. Op ouderverjaardagen mochten wij als kinderen voor de gasten op ieder tafeltje de sigaretten in de daarvoor bestemde glaasjes stijf rechtopzetten, met uiteraard een asbakje erbij. Gastvrij onthaal. Destijds drukte ik er stiekem twee achterover en achter een elektriciteitshokje, omzoomd door dicht struikgewas en zodoende goed beschut tegen spiedende ogen, stak ik samen met een vriendje mijn eerste sigaret op en nam een teug. Het was gelijk mijn laatste.
Mijn moeder was zo astmatisch als de pest en dat zal, behalve zijn eigen gezondheid, voor mijn vader de reden geweest zijn om op zijn vijftigste met behulp van de toenmalige televisieactie van de NCRV te stoppen met die ellende. Wellicht dankzij die NCRV maakten mijn kinderen mijn vader nog een tijd mee! Ik vind het tot op de dag van vandaag een uitermate grote prestatie. Hij had een drukke kantoorbaan die in de naoorlogse periode begon, nadat hij als soldaat diende in Nederlands-Indië. Hij werkte van de vroege ochtend (voor de drukte uit in Scheveningen en later in Den Haag zijn) tot diep in de avond. In een tijd waarin roken een normaal onderdeel was in je bestaan. En behalve zijn borreltje(s) voor het slapengaan zo’n beetje de enige geneugten van zijn leven in die tijd. Mijn vader. (Wordt vervolgd).
Jan Anne Schoonhoven,
3 september 2019